Een gezicht geven aan de Belgische fotografie en aan het kruim van de Belgische fotografen" was de eerste doelstelling van deze verzorgde uitgave, die tegelijkertijd een kijkboek werd en een degelijk naslagwerk, zeg maar een repertorium van 157 Belgische fotografen. Het onderwerp is zowel geografisch als chronologisch afgebakend. Geografisch niet geheel strikt evenwel. Niet enkel fotografen die Belg van geboorte zijn/waren, werden opgenomen, maar ook buitenlanders die een tijd(je) op Belgisch grondgebied gewerkt en/of gewoond hebben. Chronologisch werd het onderwerp evenmin begrensd in de strikte zin: 1840 tot nu omvat immers zowat de hele bestaansgeschiedenis van de fotografie.

Het boek werd uitgegeven naar aanleiding van de zomertentoonstelling 2005 in het Provinciaal Fotomuseum Antwerpen. De inleiding,van de hand van Christoph Ruys, directeur van het Fotomuseum, lijkt bij momenten meer op een politiek pamflet dan op een objectief essay over wat de lezer verder van het boek mag verwachten. Dat is in concreto een alfabetisch op naam gerangschikt repertorium van 157 fotografen, geselecteerd op basis van hun representativiteitswaarde. Zo vindt de doorsneelezer ongetwijfeld een lange reeks weinig of niet gekende namen, maar ook wel enkele die bij het grote publiek wel bekend zijn, zoals mediafiguur Michiel Hendryckx en 'Humo'-fotograaf Herman Selleslaghs. En misschien laten ook Marc Lagrange of Paule Pia of Robert Besard bij sommigen nog wel een belletje rinkelen. Daarenboven werden ook enkele verrassende namen die op een ander terrein een veel grotere bekendheid genieten, aan de selectie toegevoegd, zoals Stijn Streuvels bv. of de beeldende kunstenaars René Magritte, Fernand Knopff en Marcel Broodthaers.

Op de pare bladzijden vind je telkens de naam van de fotograaf met geboortejaar en eventueel jaar van overlijden. Daaronder komt dan een erg leesbare tekst met daarin een summier stukje biografie vermengd met een analyse van het oeuvre. De onpare pagina's tonen iedere keer een voor de betreffende fotograaf representatieve opname. Wat we misten was een beknopt glossarium, waarin enkele vaktermen werden verduidelijkt. Een leek weet immers niet wat te verstaan onder een 'bromide-', 'palladium-', 'albumine-' of 'kooldruk'. Laat staan dat hij het onderlinge verschil kent. [Kristien Philippe]

Rijk geïllustreerd naslagwerk van de Belgische fotografie. Opgenomen zijn 157 biografieën van bekende en onbekende fotografen. De samenstellers hebben hen gekozen uit alle tijdvakken, stromingen en toepassingsgebieden. Uitgangspunt voor selectie waren de meest aansprekende beelden, die zoveel mogelijk representatief moesten zijn voor het oeuvre. Zo onstond een staalkaart van de Belgische fotografie vanaf 1840. Opvallend is het nagenoeg ontbreken in de opsomming van Franstalige fotografen. Elke fotograaf krijgt een feitelijke en duidende biografische beschijving. De in alfabetische volgorde geplaatste teksten verschillen sterk in lengte en stijl. Twee of drie representatieve, uitstekend voornamelijk in zwart-wit afgedrukte foto's vergezellen de biografietjes. De zes schrijvers behoren tot de wetenschappelijke en curatele staf van het FotoMuseum in Antwerpen. De museumdirecteur schreef een korte inleiding. Bij dezelfde uitgever verscheen in 2002 een vergelijkbaar overzicht van Nederlandse fotografen*. Een coherent, bijzonder informatief, maar nogal Vlaams getint naslagwerk.